En wéér gaat de telefoon. Een oudere mevrouw aan de lijn.
“Mijn inhalatie medicijn helpt niet meer, ik voel mij benauwd.”
Ik zie een prednisolon kuur in haar medicatiehistorie, wat recente wisselingen in de longmedicatie en sinds een paar weken gebruikt zij een langwerkende luchtwegverwijder (formoterol) als aerosol met een voorzetkamer.
Mijn advies had ik klaar: bel de huisarts maar, want het gaat niet goed.
“Eerst hielp het wel goed”.
Geen reden om mijn advies bij te stellen, een medicijn wordt wel eens vaker minder effectief.
“Sinds ik het spuitbusje heb vervangen werkt het niet meer”.
Nu ga ik zelf nadenken, maar door de telefoon komen we er niet uit. Pas aan haar keukentafel wordt alles duidelijk. Het dopje moet er wel eerst af, anders komt er niets uit. We moeten er allebei om lachen.
Als ik terugfiets bedenk ik mij dat ik was gaan nadenken nadat zij mij zélf belangrijke informatie had gegeven, zónder dat ik daar om had gevraagd. Zij had mij dus zelf naar het werkelijke probleem geleid.
Zo word ik op een drukke vrijdag met mijn neus op de feiten gedrukt:
LSD (Luisteren, Samenvatten, Doorvragen)
Laat je OMA thuis (Oordeel, Mening , Aanname)
Basisvaardigheden voor mediators. Ik had beter moeten weten…
Reactie plaatsen
Reacties